5 vragen aan Hilde Berning-Everlo

5 vragen aan Hilde Berning-Everlo (CDA), wethouder Sociaal Domein, Cultuur, Sport, Onderwijs en Onderwijshuisvesting en Maatschappelijk Vastgoed en kernwethouder Geesteren, Harbrinkhoek- Mariaparochie en Manderveen.

Het college van burgemeester en wethouders van onze gemeente is alweer sinds 2022 aan het werk. In het begin van 2025 komen de drie Tubbergse wethouders en de burgemeester aan het woord aan de hand van vijf dezelfde vragen. We beginnen met wethouder Hilde Berning.

“hulpbereidheid en aanpakkersmentaliteit voortzetten”

Hoe bevalt het wethouderschap?

“Sinds juli 2019 mag ik wethouder zijn in de gemeente Tubbergen. Het is een veeleisende baan maar ik krijg er veel energie van om me voor én met de inwoners in te mogen zetten voor onze gemeente. Het is afwisselend werk vanwege de vele onderwerpen in mijn portefeuille. Bijzonder aan onze omgeving is de bereidheid om elkaar te helpen en de aanpakkersmentaliteit. Dit zie ik terug bij zowel mijn collega’s als de inwoners van de gemeente. Ik ben geboren en getogen in de gemeente Tubbergen, daardoor weten inwoners mij over het algemeen wel snel te vinden bij vragen of een praatje. 

Voor het wethouderschap heb ik Bestuurskunde gestudeerd aan de Universiteit Twente en was ik onder andere actief als voorzitter bij basketbalvereniging Jolly Jumpers en als gemeenteraadslid. Ik ben getrouwd met Coen en samen hebben we drie dochters: Nienke, Lize en Diede. Mijn passie voor dit vak is enorm. Maar het is ook  hard werken. De werk-privé balans is af en toe ver te  zoeken, vinden ook mijn gezinsleden. Dit is wel veranderd in de loop van de tijd. Toen onze kinderen kleiner waren bleef ik bij een avondvergadering vaak bewust op kantoor eten. Ze vonden het namelijk altijd weer lastig als ik na het avondeten weer weg moest. Nu zijn ze een stuk ouder en begrijpen ze het beter. Een fijn sociaal netwerk en collega's die naar elkaar omkijken helpt hierin zeker ook.”

Hoe ervaart u de samenwerking met de inwoners? 

“Over het algemeen ervaar ik de samenwerking met inwoners als constructief en betrokken. Ook als we het een enkele keer niet met elkaar eens zijn. Samenwerken zit in het hart van onze inwoners en ik vind het enorm mooi als we daar als gemeente wat in kunnen betekenen. Dat merk ik als inwoner en ook als wethouder. Ik probeer in mijn werk regelmatig de dorpen waar ik kernwethouder ben te bezoeken; de ene keer in gesprek met een inwoner, de andere keer op bezoek bij bijvoorbeeld een sportvereniging. Als het gewenst is, probeer ik het ook te delen op social media. Ik vind het belangrijk om als wethouder te laten zien waar je mee bezig bent en de initiatieven die er zijn een podium te geven.

Zo ben ik intensief betrokken geweest bij de multifunctionele accommodatie in Manderveen. Hier zijn in één gebouw een school, sport- en verenigingsfaciliteiten, een kinderopvang, een fysiotherapiepraktijk en een dorpskamer ondergebracht. Dat was er niet gekomen zonder de enorme inzet en betrokkenheid van de inwoners! Deze samenwerking tussen inwoners, verenigingen, gemeente en onderwijs is uniek en vergaand. Op deze manier is Manderveen in staat om verschillende voorzieningen, zoals de basisschool, te behouden. De samenwerking heeft van alle partijen vertrouwen gevraagd en de bereidheid om een stap extra te zetten. Dat het dan ook lukt, daar mogen we best trots op zijn.”

U heeft een afwisselende portefeuille. Wat zijn daarin de speerpunten? 

“Ik ben verantwoordelijk voor het zogeheten ‘sociaal domein’. Dat betekent dat ik, uiteraard samen met de daarin gespecialiseerde ambtenaren in het gemeentehuis, werk aan onderwerpen zoals de Jeugdwet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, sport, gezondheidszorg en preventie, onderwijs en de huisvesting van scholen, en cultuur en maatschappelijk vastgoed zoals sporthallen en cultuurhuizen. Wat we merken is dat de betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg enorm onder druk staan. Naast reguliere taken zoals de inkoop van jeugdzorg en verstrekken van bijvoorbeeld huishoudelijke ondersteuning zetten we ook in op preventie. We willen dus voorkomen dat inwoners dure zorg nodig hebben en bevorderen dat inwoners zich zo lang mogelijk zelfstandig kunnen redden. Soms kan daarvoor tijdelijke ondersteuning worden ingezet met als doel dat inwoners het daarna zelf of met hun netwerk weer op kunnen pakken.

Naast het reguliere werk focussen we ons op een aantal onderwerpen die extra aandacht nodig hebben. We willen dat onze inwoners zo gezond mogelijk kunnen opgroeien en oud worden. Preventie vinden wij hierin belangrijk en onze aanpakkersmentaliteit in de gemeente helpt hierbij.  Daar hoort ook ons programma Opgroeien in een kansrijke omgeving (OKO) bij. OKO is gebaseerd op het succesvolle IJslandse preventiemodel en richt zich op het bevorderen van het welzijn van jongeren en het verminderen van middelengebruik.  

Dit alles helpt ook bij het ontwikkelen van multifunctionele accommodaties (MFA’s). Ik vertelde al over het voorbeeld in Manderveen. Anders dan bij onderwijshuisvesting zijn sportaccommodaties bekostigen en faciliteren geen verplichting voor de gemeente. Wel zien wij het belang van dergelijke accommodaties: ze brengen mensen samen en in beweging. Daarom subsidiëren wij als gemeente verenigingen en denken wij ook graag mee over het toekomstbestendig houden of maken van deze accommodaties. Die noodzaak en urgentie is in elk dorp anders: in Manderveen, Langeveen en Fleringen is er een combinatie mogelijk met onderwijs, sport en dorpshuiskamer. In andere dorpen vraagt dit wat anders. Je voegt dan dus, net als in Manderveen,  het verenigingsleven, onderwijshuisvesting en sport bij elkaar. Hier wordt in Langeveen bijvoorbeeld over gesproken op dit moment. 

Het sociaal domein is een enorm groot gebied waar de financiële middelen beperkt zijn, zoals ik al zei. Dus het betekent wel om er continu keuzes in te maken, samen met de collega’s.

Wat pakt(e) u dit jaar concreet aan? 

“Net noemde ik de preventie als een speerpunt. We voeren dit op diverse manieren in binnen de gemeente. Zo hebben we een ‘praktijkondersteuner jeugd’ in het leven geroepen. We merkten dat een deel van onze jongeren met problematiek zware maatwerkindicaties meekrijgen vanuit de zorg. Dit is niet altijd even effectief en het kost veel geld. Met de praktijkondersteuner is te zien dat diverse jongeren met een aantal sessies al geholpen zijn. De drempel wordt hierdoor voor jongeren lager om eerder langs te komen. Hiermee proberen we de zorgkosten en de druk bij de huisarts te verlagen. En natuurlijk vooral onze  jongeren goed op weg te helpen. We hebben het geëvalueerd en zetten het graag door op deze manier. 

Iets anders is dat er vier dorpsondersteuners zijn aangesteld samen met de dorpen. Zij zijn werkzaam in de dorpen Geesteren, Langeveen, Fleringen en Vasse-Manderveen. Dorpsondersteuners weten wat er lokaal speelt en komen letterlijk achter de voordeur en aan de keukentafel. Soms is een luisterend oor voldoende en als het nodig is, schakelt een dorpsondersteuner professionals uit de keten in voor maatwerk, afgestemd op de behoefte van de inwoner. Ze hebben een goede kennis van wat er speelt bij inwoners en bieden met een groep mensen direct hulp aan. Bij inwoners die om diverse redenen behoefte hebben aan contact of hulp. Deze inzet zorgt voor een verlaging van zorgkosten en een versterking van de sociale cohesie. Zo sprak ik laatst met een dorpsondersteuner die bij een lokale carnavalsvereniging langs was gegaan. Die vereniging is in hun rustige periodes aan de slag gegaan bij inwoners. Om bijvoorbeeld te klussen bij een groep ouderen en mensen die achterstallig onderhoud hebben aan hun huis. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht tijdens dit verhaal. Dit is echt mooi!”

Wat wenst u de inwoners toe aan het begin van het nieuwe jaar? 

“Laten we de hulpbereidheid en aanpakkersmentaliteit in onze gemeente voortzetten in de toekomst!”