Omgevingsvergunning kappen

Kapvergunning

Om een kapvergunning aan te vragen gaat u naar het omgevingsloket

Voor meer informatie raadpleeg de kapverordening Tubbergen.

Veel gestelde vragen

Veelgestelde vragen

De gemeente is mede verantwoordelijk voor de "groene" kwaliteit van de leefomgeving. Groen en bomen in de openbare ruimte, op zichtbare ruimte (van de openbare weg), maar ook particuliere terreinen zijn van essentieel belang voor de leefbaarheid in de gemeente. Om de kwaliteit van onze gemeente in stand te houden is het van belang dat in ons beleid wordt aangegeven hoe we willen omgaan met landschapselementen en bomen. Bomen zijn nodig voor het welzijn en de gezondheid van de bevolking. Niet te vergeten heeft onze ‘groene’ kwaliteit een economische waarde binnen de vrijetijdseconomie. Het doel is om meer toeristische bestedingen te realiseren.

Een gemeenteraad is bevoegd om verordeningen vast te stellen. Verordeningen bevatten regels waarin iedereen zich moet houden. De Kapverordening is een gemeentelijke regelgeving die aan het gemeentebestuur een middel geeft om zijn landschapselementen- en bomenbeleid vorm te geven. Met deze bevoegdheid kan de gemeenteraad aan burgemeester en wethouders verzoeken om uitvoering te geven aan het gemeentelijk beleid.

De kapvergunning is de oude benaming van een omgevingsvergunning voor een kapactiviteit. De aanlegvergunning is de oude benaming van een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit .

Of en waarvoor precies een aanlegvergunning is vereist moet worden opgezocht in het Omgevingsplan (of in een voorbereidingsbesluit). Of een kapvergunning is vereist, moet worden opgezocht in de kapverordening.  Als een aanlegvergunning is vereist, hoeft niet tevens een kapvergunning te worden aangevraagd. Dat staat in artikel 4, lid 7 van de kapverordening.

Als een vergunning nodig is voor het vellen van een houtopstand – dus voor het kappen van hout -, moet die vergunning worden aangemerkt als een vergunning op grond van de Omgevingswet. Ook voor andere activiteiten, zoals bouwen, het aanleggen van een uitweg, het aanleggen van een werk of het afwijken van een bestemmingsplan is soms een omgevingsvergunning nodig. Al die activiteiten kunnen desgewenst in één keer worden aangevraagd, zodat voor een bepaald project maar één keer vergunning hoeft te worden aangevraagd.

Maar als u alleen een houtopstand wilt vellen, heeft u alleen een omgevingsvergunning voor de activiteit “vellen van een houtopstand” nodig.

De legeskosten zijn vastgelegd in legesverordening. De legeskosten van een omgevingsvergunning alleen voor de activiteit vellen van een houtopstand  bedragen € 110,-.

Voor de gemeente gelden uiteraard ook de regels uit de kapverordening. Uitgaande dat hiervoor geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat er geen mogelijkheid om bezwaar te maken. Uiteraard kunt u altijd in gesprek gaan met de gemeente om te zoeken naar een oplossing.

Het antwoord is nee, die boom is van de buurman. Die mag u niet zomaar kappen. U heeft voor het kappen in elk geval toestemming van de buurman voor nodig. Want u heeft niets aan een kapvergunning als u de boom toch niet mag kappen.

Of een boom ergens mag staan, is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. In principe zijn bomen hoger dan 2 meter niet toegestaan binnen 2 meter tot de erfgrens, tenzij de situatie al langer dan 20 jaar bestaat. En dan moet de buurman de boom weghalen. Dan mag u hem nog niet zelf weghalen. Een boom dikker dan 100 cm zal overigens doorgaans wel ouder zijn dan 20 jaar.

Of de boom gekapt wordt, beslist in eerste en laatste instantie niet de gemeente. Dat beslist de eigenaar. De meest voor de hand liggende oplossing is daarom om te gaan praten met de buurman. 

Maar in sommige gevallen is een gemeentelijke vergunning vereist om een boom te mogen kappen. Dan mag uw buurman niet kappen, als hij niet eerst een vergunning heeft gekregen. Als een vergunning is vereist en die vergunning is verleend, kunt u die beslissing van de gemeente aanvechten. U heeft het recht hetzij

  • om een bezwaarschrift in te dienen bij burgemeester en wethouder, als de reguliere voorbereidingsprocedure is gevolgd; dan wel
  • om in beroep te gaan bij de rechtbank, als de openbare voorbereidingsprocedure is gevolgd. Maar dan moet u wel tijdig een zienswijze hebben ingediend tegen de ontwerpvergunning die eerder ter inzage heeft gelegen.

Een vergunning die uitsluitend of mede betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand treedt niet eerder in werking dan op de dag na afloop van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift. Als een vergunninghouder niet bereid is om te wachten met het vellen van de boom tot op het bezwaarschrift is beslist, kan de bezwaarmaker de rechtbank vragen om de vergunning te schorsen.

Staat de boom precies op de perceelgrens dan bent u mede-eigenaar (artikel 5:20 sub f Burgerlijk Wetboek). In dat geval moet ook u instemmen met het kappen van de boom. Maar als de boom niet op de perceelsgrens staat, dan is uw toestemming niet nodig.

De door de overheid opgelegde verplichting om na velling van bomen op dezelfde plaats nieuwe aan te planten. Bij  de compensatieplicht bij het vellen van solitaire bomen moet er rekening mee worden gehouden dat de compensatie moet plaatsvinden op – of in elk geval niet al te ver weg – van de oorspronkelijke plaats van de boom. Indien niet ter plaatse kan worden herplant, dan kan de herplantplicht elders plaatsvinden. Met inachtneming van art. 2 lid 3 en art. 3 lid 4 in de kapverordening dient invulling te worden gegeven aan het belang van:

  • Natuur- en milieuwaarden;
  • Landschappelijke waarden;
  • Ecologische waarden;
  • Cultuurhistorische waarden;
  • Waarden van stads- en dorpsschoon;
  • Waarden voor recreatie en leefbaarheid.

Voor landschapselementen geldt dat ook elders mag worden herplant, zelfs buiten de eigen gemeente, als de aanleg van een nieuw landschapselement het landschapstype ter plaatse versterkt.

Ja, u moet de compensatie zelf betalen. Bij de kapvergunningaanvraag dient een compensatieplan worden aangeleverd. Als er geen compensatieplan is, wordt geen kapvergunning verleend. De gemeente besluit over de kapvergunning en daarmee het compensatieplan. De verantwoordelijkheid voor het maken van een compensatieplan en ook de kosten voor het opstellen van het compensatieplan zijn voor rekening van de aanvrager.

Herplant is geregeld in het gemeentelijk kapbeleid voor wat betreft aantallen, soorten en locatie.  Als burger kunt u niet op voorhand eisen stellen aan de herplant. Echter indien een belanghebbende het niet eens is met de opgelegde herplant is er een mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift. Beter is om eerst in gesprek te gaan met de aanvrager en/of gemeente.

Landschapselementen zijn de bouwstenen die samen de structuur van het landschap bepalen. Verschillen in aard, hoeveelheid en samenhang van landschapselementen dragen bij aan de karakteristieke kenmerken van het landschap. Landschapselementen in Dinkelland en Tubbergen bestaan uit

  • hakhout;
  • een houtwal of -singel;
  • boomgroep;
  • een (erf)bos;
  • een bomenrij.

Dunning is een vorm van kappen, dat wordt toegepast om het voortbestaan van de houtopstand te bevorderen. Met het oog op onderhoud kan het namelijk wenselijk zijn dat één of meerdere bomen worden gekapt, bijvoorbeeld om andere bomen meer ruimte te geven.

Binnen een (erf)bos of boomgroep blijft bij dunning de kroonprojectie van het geheel voor ten minste 60% gehandhaafd en is binnen drie jaren weer sprake van een aaneengesloten kronendak. Ook bij een bomenrij kan dunning worden toegepast als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende bomen. Bij periodiek onderhoud van een houtwal en/of houtsingel kan dunning van enkele overstaanders bijdragen aan meer zonlicht voor verjonging. 

Hakhout is van oudsher een typische vorm van gebruiksbos en stamt al uit de Romeinse tijd. Bomen worden zodanig bij de grond afgezaagd om opnieuw uit te lopen. Na enkele jaren worden de uitlopers geoogst, waarna de cyclus opnieuw begint. Het geoogste hout wordt gebruikt als brandhout, rijshout, paalhout en steeds vaker als biobrandstof voor groene stroom. Dynamische hakhoutbossen zijn een belangrijk leefgebied voor allerlei planten- en diersoorten. Voor de instandhouding is periodiek onderhoud noodzakelijk d.m.v. het afzetten tot op de stobbe zodat deze weer uitlopen.

Bij hakhout worden de stammen van een boom afgezet (zagen of hakken). De boom gaat dan opnieuw groeien en krijgt dan meer stammen. De plant lijkt dan een beetje op een struik. Hakhout wordt om de zoveel tijd afgezet en het hout werd vroeger  voor meerdere doelen gebruikt. Steeds meer wordt hakhout onderhouden en wordt het behoud van hakhout belangrijk gevonden. Hakhout maakt onderdeel uit van het landschap van Twente.

Een houtwal of houtsingel is een geheel of gedeeltelijk aan de natuur overgelaten erfafscheiding, vaak tussen weilanden. Het is goed om te weten dat er een verschil is tussen een houtwal en een houtsingel. Een houtwal bestaat uit een wallichaam, met daarop bomen en struiken. Een houtsingel heeft geen wallichaam. Voor de instandhouding van zowel een houtwal als een houtsingel is periodiek onderhoud noodzakelijk.

Het wallichaam is de aardenwal afkomstig van grond van de naast gegraven greppel of sloot. Het hoogteverschil tussen greppelbodem en bovenkant wallichaam bedraagt soms enkele meters.

Houtwallen zijn vroeger om verschillende redenen aangelegd; ze dienden als veekering, leverden hout, windbeschutting en vormden zichtbare grenzen. Een houtwal kenmerkt zich door de aanwezigheid van een wallichaam en onderscheidt zich daarmee van bijvoorbeeld een houtsingel. Deze houtwallen moesten er voor zorgen dat wild, maar ook loslopend vee, in de direct aangrenzende bossen van de bouwlanden te houden.

Tot de jaren vijftig was Noordoost Twente een "lapjesdeken" van kleine landbouwgronden, omringd door houtwallen, schrale hooilanden, vochtige heiden, broekgebieden en vennen. Slingerende beken en stroompjes doorsneden het gebied. In regenrijke periodes kon het water moeilijk weg. Met overstromingen waren de inwoners vertrouwd. Tussen 1955 en 1970 werd het grootste deel van dit eeuwenoude landschap herverkaveld.

De erfbossen rondom de boerderijen zijn belangrijk voor het erf ter bescherming voor stormen maar betekenen ook een status van de eeuwenoude boerderij. Een erfbos bestaat veelal uit dikke bomen met ondergroei en maken onderdeel uit van het totale Twentse erf. De grootte van het erfbos symboliseert de leeftijd van de erven en de maatschappelijke betrokkenheid. Veel boeren zijn trots op hun erfbossen.

Een solitaire boom is vaak een streekeigen loofboom die vrijuit groeit en zo min mogelijk wordt gesnoeid. De boom staat alleen en vormt geen onderdeel van een singel of een houtwal. Solitaire bomen dragen bij aan een aantrekkelijk en afwisselend landschap. Ze zijn sterk beeldbepalend en dienen vaak als schaduwplek voor vee.

Een bomenrij bestaat uit drie of meer bomen. Bomenrijen zijn vaak zeer bepalende elementen in het landschap, met een grote verscheidenheid aan vormen. Veelal langs perceelgrenzen en langs paden. Vrij in het veld staan of langs een watergang, schouwpad, weg of anderszins, tezamen herkenbaar door hun onderlinge afstand en gelijksoortigheid als een lijnvormig element.

Een boomgroep komt veelal voor in een parkachtige omgeving maar ook rondom karakteristieke gebouwen als monumentaal geheel. Het betreft een verzameling van drie of meer bomen, visueel als samenhangend element herkenbaar.

In de wet is bepaald dat de gemeente, als de aanvraag compleet is, binnen 8 weken na het indienen van de omgevingsvergunningaanvraag een besluit moet hebben genomen. Uiteraard zal, waar mogelijk, worden geprobeerd de aanvraag binnen een kortere periode te verlenen. Nadat de vergunning is verleend moet nog 6 weken worden afgewacht totdat de bezwarentermijn is verstreken. Gedurende deze periode mag dus niet worden gekapt. Pas nadat de 6 weken zijn afgelopen en er geen bezwaren zijn ingediend mag daadwerkelijk worden gestart met het kappen.