Een omgevingsvergunning is meestal nodig als er gebouwd of verbouwd gaat worden of voor het uitvoeren van werkzaamheden in een gebied of omgeving.
Met betrekking tot een omgevingsvergunning voor het bouwen of verbouwen is het afhankelijk van:
- de omvang van het bouwplan,
- waarvoor het gebruikt gaat worden
- en de plek (op het perceel) waar gebouwd zal worden.
Voor veel kleinere bouwplannen (dakkapellen, aan-, uit en bijgebouwen, erfafscheidingen e.d.) is niet altijd een vergunning nodig.
Een aanvraag omgevingsvergunning wordt getoetst aan een aantal wetten en regels. Een omgevingsvergunning vraagt u hier aan: omgevingsloket
Meestal gaat het dan om de volgende:
Bestemmingsplan
In een bestemmingsplan staat beschreven wat er op een bepaald stuk grond gebouwd mag worden (bouwregels) en waarvoor deze grond en bouwwerken mogen worden gebruikt (gebruiksregels).
Welstand
Aan het uiterlijk van een bouwwerk zijn een aantal eisen gesteld waaraan een bouwplan moet voldoen, de zogenaamde ‘redelijke eisen van welstand’. Deze staan in de welstandsnota. De welstandsnota wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Een onafhankelijke partij (een welstandscommissie of stadsbouwmeester) controleert of het bouwplan voldoet aan deze eisen.
Bouwbesluit
In het Bouwbesluit staan voornamelijk voorschriften m.b.t. (brand)veiligheid gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid van bouwwerken.
Bouwverordening
In de bouwverordening staan voorschriften over bijvoorbeeld de bereikbaarheid van gebouwen (voor hulpdiensten), bouwen op schone grond, aansluiting op openbare voorzieningen e.d.